zondag 20 maart 2011

Zitten 2 (hard schuim zin en onzin)

Een kort vervolg op zitten 1 geschreven door Mark Huisman
.
Hard schuim wordt in onze branche nauwelijks meer gebruikt maar hoe zit dat eigenlijk in andere landen? Gek genoeg komen we daar veel meer hardere schuimen tegen. Zacht tot zeer zacht zit een beetje in onze Nederlandse manier van werken, het is zeg maar langzaam gewoon geworden.
Hard schuim heeft (zeker op lange termijn) een veel betere corrigerende werking. Hard schuim is echter veel moeilijker te bewerken en vraagt om veel meer precisie bij bewerking dan zacht schuim. Is dit misschien de reden dat er steeds zachtere schuimen worden gebruikt? Zoals Mark al stelde bij ‘’zitten 1” de gekozen schuimsoort is het gevolg van de juiste zitanalyse en mag nooit uit gewoonte worden ingezet.

Binnenkort meer over zitten, zin en onzin.

Arie v Tienhoven 

Verbouwing 2

We krijgen regelmatig de vraag waarom we verbouwen, hierbij in het kort de antwoorden:
Elke dag doen we onze uiterste best om de beste te worden en dat begint met een juiste missie en visie, draagvlak en vooral passie voor het vak. Daarna komt de praktische invulling, een onderdeel hiervan is de huisvesting. We gaan orthese techniek (orthopedie) en de inbouw op rolstoelen (revalidatie techniek) binnen het pand scheiden. Praktisch gezien zijn dit 2 totaal verschillende processen welke wel van elkaar afhankelijk zijn, dat maakt het lastig. In onze branche zien we dat de werkzaamheden door elkaar lopen met alle risico’s van dien.

De Orthese afdeling komt in het nieuwe pand, en zal super strak worden ingericht. Lean en clean, bewaakt door een vast omlijnt kwaliteit systeem.
Hygiëne, veiligheid (voor gebruiker en onszelf) staan centraal. De orthese afdeling wordt vooral open, ruim en overzichtelijk. Een fijne plek om te werken, alleen op deze manier kunnen we de volgende stappen maken.

Wordt vervolgd
Arie   

maandag 7 maart 2011

Zitten 1: hard of zacht wat is beter?

Over het toe te passen schuim in een zitvoorziening is altijd discussie mogelijk. Er zijn een paar aanhangers van het gebruiken van hard schuim en misschien wel meer die het gebruik van zacht schuim propageren. Intuïtief zal een leek zeggen dat lekker zacht schuim altijd goed is. Volgens kenners is beton ook goed, als de vorm maar klopt. Maar wie heeft er nou gelijk?
Laten we de intuïtie van de gemiddelde leek eens visualiseren. Stel je eens een stoel voor van supersupersuperzacht schuim, zachter nog dan een gemiddeld donzen hoofdkussen. Als je daar in gaat zitten, voelt dat wel even heel lekker. Je zakt helemaal weg, als op een wolkje gedragen. Aan alle kanten gesteund is dit een heerlijke comfortabele houding…… om te slapen. Met zitten heeft het weinig te maken, een activiteit uitvoeren is haast niet mogelijk. En wat sturen in de lichaamshouding is bijna onmogelijk
Heel hard schuim dan maar? Harder dan hout kun je het niet krijgen. Een gemiddelde keukenstoel voldoet wel aan dit beeld. Lekker eten op die stoel gaat prima. Zo lang je bezig bent gaat er niets boven die keukenstoel, je wordt namelijk niet belemmerd in je bewegingen Daarna wil je weer eens even gemakkelijk zitten want je krijgt een zere kont. Van drukverdeling is namelijk nauwelijks sprake.
Hoe zat het dan met dat beton en die vorm? Dit stukje beeldspraak heeft natuurlijk te maken met dat je beton om iemand heen kunt gieten. De vorm van de betonnen stoel heeft dan een perfecte drukverdeling en de lichaamshouding is prima te sturen. Eureka!.... of toch niet?
Helaas, even vergeten dat zitten een activiteit op zich is. Standsveranderingen van hoofd, armen en benen zorgen ook voor beweging in bekken en wervelkolom. Beton heeft hiervoor wel heel weinig marge, dat wordt schuren en wringen.
Uit het bovenstaande blijkt dat (op zijn minst) vier zaken bij het vervaardigen van een zitvoorziening afgewogen moeten worden.
-          Comfort
-          Sturing van de lichaamshouding
-          Drukverdeling
-          Bewegingsvrijheid
Soms is hard beter, soms zacht en soms een combinatie van verschillende schuimsoorten.

Wordt vervolgd.
Mark Huisman